In één zin kan Gebiedsgerichte Werking omschreven worden als een integrale beleidsaanpak van wijkrelevante thema's gericht op duurzame ontwikkeling en een werkbare actieve participatie van de bevolking via het ontwikkelen en uitvoeren van wijkprogramma's.
Het Gentse stadsbestuur streeft met de Gebiedsgerichte Werking een integrale beleidsaanpak voor al haar 25 wijken na. Per wijk werd een wijkprogramma opgemaakt, met als doelstellingen:
- de verhoging van de leefbaarheid van de wijken,
- de versterking van de communicatie en betrokkenheid in de wijken en
- een optimalisering van de onderlinge afstemming tussen de diensten en externe actoren.
Voor de opmaak en realisatie van een wijkprogramma werden verschillende stappen gevolgd, die hieronder worden uitgewerkt. Het gaat om:
- omgevingsanalyse: opmaak startnota
- verzamelen van signalen van inwoners en wijkactoren (zgn. 'eerste wijkplatform')
- organisatie van een debat tussen wijk en college (zgn. 'tweede wijkplatform')
- opmaak wijkprogramma
- opvolging realisatie wijkprogramma
- actualisatie wijkprogramma's via jaarlijkse nieuwsbrieven
- actualisatie wijkprogramma's via organisatie wijkdebatten
Omgevingsanalyse: opmaak startnota's (2005)
Vanaf 2003 maakte de Gebiedsgerichte Werking een omgevingsanalyse van de 25 wijken. Zij baseerde zich op gegevens uit databanken van stadsdiensten en bevindingen van wijkactoren. Deze intensieve arbeid mondde in 2005 uit in een startnota per wijk. Op basis van de opmerkingen van bewoners werd er voor geöpteerd 25 i.p.v. 26 stadsbuurten te documenteren. Een overzicht van alle startnota's vind je hier.
Eerste wijkplatform en verslag van consultatie: verzamelen van signalen van inwoners en wijkactoren (2005-2006)
In alle wijken werden signalen verzameld bij inwoners en andere wijkactoren. Dit gebeurde tijdens een zgn. 'eerste wijkplatform'. Dat is een verzameling activiteiten die allen tot doel hebben om signalen van inwoners en andere actoren van de wijk te verzamelen.
In elke wijk gebeurde dit via een tentoonstelling van de bevindingen van de omgevingsanalyse. In verschillende wijken werd daar een wijkwandeling, een boottocht, of een andere activiteit aan toegevoegd.
Tijdens dit eerste wijkplatform konden bewoners de startnota over hun wijk bekomen (zie punt 1), en opmerkingen geven over wat ze goed of minder goed vonden in hun wijk en suggesties geven ter verbetering.
In alle wijken werden signalen schriftelijk verzameld door in elke brievenbus een folder te bussen. Die folder werd opgevat als uitnodiging tot het eerste wijkplatform en liet ruimte voor opmerkingen over wat inwoners goed / niet goed vonden in de wijk en eventuele voorstellen.
In de meeste wijken gebeurde ook een zogenaamd 'voortraject'. Daarbij werden verschillende actoren van de wijk individueel of in groep bevraagd. Het ging dan meestal om organisaties die samenkwamen tijdens het lokale 'welzijnsoverleg', dekenijen, bewoners- en actiegroepen, buurtteams, overlegorganen (zoals de lokale seniorenraden), de culturele sector, schoolcomités, … Daarnaast ging de cel Gebiedsgerichte Werking samen met sleutelfiguren op verkenning in een aantal wijken om de plaatselijke context beter te leren kennen.
Op basis van de ontvangen signalen en opmerkingen werd voor elke wijk een verslag van consultatie gemaakt. Dit verslag geeft per thema de opmerkingen en suggesties van de inwoners en andere actoren weer. Uit dit verslag van consultatie werden de belangrijkste aandachtspunten per wijk gedestilleerd ter voorbereiding van het tweede wijkplatform (zie hieronder).
Tweede wijkplatform: debat tussen wijk en college
Tussen maart 2005 en juni 2006 werd voor de 25 wijken een tweede wijkplatform georganiseerd. De cel Gebiedsgerichte Werking destilleerde uit het 'verslag van consultatie' de voornaamste aandachtspunten in een 'signalenbundel': vragen en mogelijke antwoorden per thema (bevoegdheid).
Deze vormden het onderwerp van een 'tweede wijkplatform': een wijkdebat tussen de bewoners en de burgemeester en schepenen. De stadsdiensten en kabinetten namen de antwoorden onder de loep en stelden ze bij. Tijdens het wijkdebat legde een onafhankelijke moderator de vragen voor aan de burgemeester en de bevoegde schepenen. Hij deed dit aan de hand van een een debatbundel.
De bewoners werden voor dit debat persoonlijk uitgenodigd met een kaartje en opgeroepen om vragen en voorstellen te formuleren. Kort voor het debat volgde een tweede uitnodiging voor het wijkdebat.
Bewoners kregen bij hun binnenkomst een informatiemapje met volgende inhoud:
- Programma van de avond
- Luchtfoto van de wijk waarop relevante plaatsen stonden aangeduid
- Kaart met deelbuurten (statistische sectoren) van de wijk
- Synthese van de signalenbundel
- Tekst met de vragen die aan de schepenen en burgemeester zouden worden gesteld
- Bevragingsformulier
Alle gestelde vragen werden beantwoord, hetzij gebundeld of afzonderlijk tijdens het debat, hetzij schriftelijk aan de vragensteller(s) zelf. Bewoners die na het debat nog iets wilden vragen of opmerken, konden dat via een reactieformulier.
Op een dergelijk 'tweede wijkplatform' werd ook telkens een tentoonstelling opgesteld. Die gaf de resultaten van de bevraging weer, naast algemene informatie over de wijk (een 'beeld van de wijk') en een overzicht van de lopende projecten.
Na het gesprek was er telkens een receptie om de inwoners de kans te geven op een informele, directe manier met de politici en de medewerkers van de cel Gebiedsgerichte Werking in contact te komen. Van elk wijkplatform werd een verslag gemaakt.
Opmaak wijkprogramma
Na het tweede wijkplatform maakte de Gebiedsgerichte Werking voor elk van de 25 wijken van Gent een wijkprogramma op. Elk wijkprogramma bood een overzicht van plannen en werkpunten voor de betrokken wijk en gaf de inwoners een kijk op wat de Stad (en andere actoren zoals De Lijn, het Vlaamse Gewest …) kon doen in de wijk, wat niet mogelijk was of wat de Stad wou realiseren in de toekomst. Vanuit die programma's werkte de Stad samen met de inwoners verder aan mogelijke concrete antwoorden op de vragen die in de wijken leefden.
De wijkprogramma's werden gecheckt en bijgesteld door de bevoegde stadsdiensten en besproken in het stadsbestuur. In vier zittingen gaf de themacommissie van de gemeenteraad zijn bemerkingen op de wijkprogramma's. Dit liet de Gebiedsgerichte Werking toe de vorm van de programma's aan te passen en inhoudelijke opmerkingen van de gemeenteraad op te nemen in de programma's.
Hierna werden de wijkprogramma's goedgekeurd voor druk. Van elke wijkprogramma werd een folder en een uitgebreide versie gemaakt. Een overzicht van alle folders vind je hier. De uitgebreide versie van alle wijkprogramma's vind je hier.
In november 2006 werden deze gedrukt. In december werden de folders in alle Gentse brievenbussen gebust. Inwoners die dit wensten konden de uitgebreide versie opvragen.
Daarnaast werd voor alle wijkprogramma's een kinderversie opgemaakt die in januari 2007 in verschillende lagere scholen van Gent werd aangeboden. Voor de opmaak van de kinderwijkprogramma's werd nauw samengewerkt met de jeugddienst.
Opvolging realisatie wijkprogramma's
Elk wijkprogramma werd 'vertaald' in enkele prioritaire werkpunten. Gebiedsgerichte Werking maakte voor elk van deze werkpunten een 'fiche' op, waarbij dieper werd ingegaan op de doelstellingen, de betrokken actoren, de nodige stappen … van prioritaire acties in een wijk. De bedoeling van deze fiches was om gericht te werken aan enkele prioritaire acties, en die beter te kunnen opvolgen. Indien nodig konden er fiches voor nieuwe prioritaire werkpunten worden toegevoegd.
Actualisatie wijkprogramma's
Projecten en acties werden uitgevoerd; werkpunten werden concreter; nieuwe problemen en kansen dienden zich aan. Daarom was het belangrijk dat de Stad en de inwoners van elke wijk in contact bleven om het programma bij te sturen. Dit bijsturen gebeurde door jaarlijkse nieuwsbrieven (2007, 2008, 2009) voor alle bewoners. Die nieuwsbrieven vermeldden wat in het voorbije jaar werd uitgevoerd, en welke ingrepen voor het komende jaar waren gepland. Het ging telkens om kleinere en grotere projecten, van de Stad en andere actoren in de wijk.
De wijkprogramma's werden opgemaakt in 2006, terwijl op 1 januari 2007 een nieuw bestuur en een nieuwe burgemeester aan zou treden. Alle gegevens die de Gebiedsgerichte Werking verzamelde, werden aan het nieuwe bestuur voorgelegd en sommige punten uit de wijkprogramma's zijn mee verwerkt in het nieuwe bestuursakkoord en in het strategisch plan Gent 2020. Het college engageerde zich om tijdens de nieuwe legislatuur twee maal naar elke wijk te gaan. Die ontmoetingen werden over een tweetal jaar gespreid, zodat het college ongeveer om de maand een wijk bezocht. In de tweede helft van 2008 ging de nieuwe ronde van wijkdebatten van start.