Selectie van de moeberdoes
Alle 25 wijken van Gent kennen hun eigen moeilijk bereikbare doelgroepen. De focus werd gelegd op etnisch-culturele minderheden en Gentenaars die leven in armoede omdat hun stem minst aan bod kwam. Deze groepen concentreren zich in hoofdzaak in de Gentse 19de eeuwse gordel. Gestaafd met objectief cijfermateriaal werden die wijken waar ze meest vertegenwoordigd zijn weerhouden.
Op basis van deze eerste selectie organiseerde de cel Gebiedsgerichte Werking in de negen weerhouden wijken gesprekken met professionelen uit de betrokken wijken met als doel te komen tot een antwoord op de volgende vragen: 'Welke moeberdoes zijn substantieel aanwezig in de wijk, werden in het verleden onvoldoende bereikt en kunnen niet bereikt worden via de bestaande werkingen?'
Ten slotte selecteerde de stuurgroep uit de conclusies van deze negen wijkgesprekken vier wijken en vijf doelgroepen:
- Bloemekenswijk: allochtone vrouwen
- Nieuw Gent: oudere allochtonen (40+)
- Dampoort: Bulgaren
- St-Amandsberg
- bewoners sociale woonwijk St-Bernadette
- bewoners 't Westveld
Samenstelling van begeleidingsteams
Voor elke moeberdoes werd een 'kernteam' samengesteld, bestaande uit gebiedsgerichte stadswerkers en één of meer medewerkers van Samenlevingsopbouw Gent (SOG) en/of Intercultureel Netwerk Gent (ING). Het kernteam bereidde het inhaaltraject voor. De taakafspraak met de SOG- of ING-medewerkers was als volgt: de SOG- of ING-medewerker modereerde de gesprekken en vertaalde waar nodig, de gebiedsgerichte werker nam verslag en bewaakte het gesprek inhoudelijk.
Vorming van gebiedsgerichte werkers
Een vorming van vijf halve dagen bereidde de gebiedsgerichte werkers beter voor op de omgang met etnisch-culturele minderheden. Zij spijkerden hun algemene kennis van de specifieke bevolkingsgroepen bij. Ze gingen na hoe ze de inspraakmomenten en publicaties beter op deze mensen konden afstemmen.
Verloop
De bijeenkomsten gingen door in plaatsen met een lage drempel en centraal gelegen. Naargelang de doelgroep vonden ze 's avonds plaats, overdag of in de vooravond. Jonge moederes konden hun kinderen kwijt in een kinderopvang, zodat ze sneller geneigd waren te komen. Iedereen werd ontvangen met een hapje en drankje.
Het convenant schreef vijf moeberdoes-bijeenkomsten voor met minimum 15 bewoners. Het voornaamste doel was de deelnemers tijdens deze bijeenkomsten te motiveren en gemotiveerd te houden. En wel op de volgende wijze:
- door zo interactief mogelijk te werken rond concrete items;
- door professionele wijkfiguren uit te nodigen voor een rechtstreeks contact: de wijkagent, buurtwerkers, de mobiliteitsdienst e.a;
- door de sessies snel op mekaar te laten volgen, met een interval van maximum twee weken;
- door concrete vragen snel en concreet te beantwoorden, op de eerstvolgende sessie of zo snel mogelijk. Dit vergde snel overleg met de bevoegde stedelijke diensten;
- door de bijeenkomsten toe te spitsen op de moeilijker realiseerbure punten of hete hangijzers;
- door de sessies nauw te laten aansluiten bij wijkinitiatieven, zoals bijvoorbeeld een buurtfeest waar Turkse vrouwen receptie-hapjes aanbieden;
Tijdens de eerste sessie werden de bewoners geïnformeerd over de eigenheid van de wijk. In de daaropvolgende sessies werd er gepeild naar en gediscussieerd over de gevoelige wijkthema's en pijnpunten. In de afsluitende sessie schreef elke groep een brief naar de burgemeester. Daarlin legden ze dringende werkpunten voor. Waar mogelijk werd getracht om na afloop van de bijeenkomsten antwoorden op nog openstaande vragen via huisbezoeken terug te koppelen en de ietwat willekeurig samengestelde groepen te doen aansluiten bij bestaande netwerken.