Leeswijzer
We beschrijven in deze nota de case Sint-Lambertusplein te Heverlee vanuit de invalshoek kinderen- en jongerenparticipatie bij stadsvernieuwingsprojecten. Analoge cases die worden toegelicht zijn de kinder- en jongerenparticipatie bij de heraanleg van het Gandhiplein in Brugge en de 'prettige wildernis' in het park Sint-Baafskouter te Gent.
Case Sint-Lambertusplein - Heverlee/Leuven
Algemene context van het project
Het speelterrein Sint-Lambertus ligt centraal in Heverlee, naast de kerk, de bibliotheek, de academie, het oud-gemeentehuis en met twee lagere scholen (de Klare Bron en Sint-Lambertus) in de buurt. Op zondag is er naast het plein voor het vroegere gemeentehuis een drukbezochte zondagmarkt. Het Heilig Hart Instituut (kleuter- tot en met hoger onderwijs) is niet veraf en het speelterrein vormt een plek waar de tieners voor en na de schooluren met de fiets verzamelen, napraten, … In de buurt is er een buurtcomité dat geregeld activiteiten organiseert.
Het plein bestaat uit een groot grasveld, met een verharde weg rondom en speeltoestellen aan de rand van het terrein. Op het plein bevinden zich een speelcombinatie, een ruimtenet, een veertoestel, een zandbak, een tweezitschommel, een wip, een pingpongtafel en een petanquebaan. Verder is er klassiek straatmeubilair en een hondentoilet. De huidige pleinindeling die ongeveer 20 jaar oud is, lijkt op een samenraapsel organisch gegroeid maar zonder samenhangende visie.
In 2008 besluit de interne werkgroep speelterreinen van de stad Leuven om het Sint-Lambertusplein opnieuw aan te leggen. Het stadsbestuur kiest er voor het open en groen parkachtig plein te behouden, maar met een betere zonering tussen de verschillende gebruikers. Het moet een plein worden dat de ontmoeting tussen de gebruikers stimuleert. De groendienst van de stad zal het ontwerp maken.
De jeugddienst van de stad Leuven is vragende partij om jongeren en kinderen te betrekken bij de heraanleg. De stad Leuven vraagt subsidies aan bij de provincie Vlaams-Brabant (jeugdvriendelijke inrichting van de openbare ruimte link naar subsidieregeling) en kan zo beroep doen op Kind en Samenleving voor de ondersteuning van het participatief proces. De groendienst, de afdeling gebiedsgerichte werking en de jeugddienst worden elkaars partners in het participatieproces, intern geleid door de participatiemedewerker van de jeugddienst en de werkgroep speelterreinen.
Verloop
In een eerste verkennende fase peilen twee wijkmanagers van de afdeling gebiedsgerichte werking naar de interesse van enkele sleutelfiguren: de omwonenden, de parochieploeg, het buurtcomité, de ouderraad en toevallige gebruikers van het plein. Het daaropvolgende inspraaktraject met de jongeren bestaat uit twee fases. In een eerste fase staat vooral de beleving van het plein in de ogen van de kinderen centraal. Scholieren van de twee scholen nemen deel aan verschillende doe-activiteiten. De begeleiders interviewen tieners, jongeren en ouders. De tweede fase is vooral gericht op het ontwerpen van de speelruimte en het plein. Met de resultaten van dit inspraaktraject trekt de cel gebiedsgerichte werking naar het buurtcomité, de parochieploeg en de ouderraad. De volwassenen formuleren bijkomende voorstellen en geven hun mening over de voorstellen van de kinderen.
In februari 2010 gaat de ontwerpster van de groendienst aan de slag en op 31 maart 2010 vindt buitenspeldag plaats en werd het voorlopige ontwerp voorgesteld aan de kinderen en jongeren. Aan de hand van een ludieke actie 'Zeg het met ballonnen' verzamelen de medewerkers van groendienst, jeugddienst en afdeling gebiedsgerichte werking opmerkingen en suggesties.
Begin juni 2010 krijgt de buurt inzage in het voorontwerp. Medewerkers van de stad geven informatie bij de informatiepanelen en bewoners geven nog aanmerkingen die de ontwerpers meenemen bij de opmaak van het definitief plan.
Na goedkeuring door het college van burgemeester en schepenen en de gemeenteraad zal het definitieve ontwerp in het najaar van 2010 opnieuw aan de buurt worden voorgesteld. Tegen de zomer van 2011 moet de heraanleg een feit zijn.
Een tijdslijn die de verschillende stappen in het proces in kaart brengt vind je hier.
Wie doet wat?
De stuurgroep bestaande uit de provinciale jeugddienst, Kind en Samenleving, het Infohuis, de groendienst, de afdeling gebiedsgerichte werking, de stedelijke jeugddienst en de schepen van jeugd coördineren de aanpak. Het Onderzoekscentrum Kind & Samenleving begeleidt de inspraak van de kinderen en jongeren. De afdeling gebiedsgerichte werking begeleidt de inspraak van de buurtbewoners en buurtverenigingen. De afdeling gebiedsgerichte werking neemt ook de praktische organisatie op zich.
Ingezette informatie- en participatiemiddelen
Twee streefdoelen staan voorop in dit participatietraject. Eerst wil de stuurgroep zicht krijgen op hoe de jongeren (en de buurt) het plein beleven en wat zij graag veranderd of bewaard zien. Het tweede doel bestaat erin om samen met de jongeren een ontwerpprogramma te maken. De begeleiders gaan op zoek naar de rode draad doorheen de verschillende verhalen. Een volledig en gedetailleerd overzicht van het inspraak- en participatietraject vind je hier.
Belevingskaart
Een zeventigtal leerlingen van het tweede, derde en vijfde leerjaar uit de lagere scholen de Klare Bron en Sint-Lambertus verkennen het plein. In kleine groepjes gidsen de kinderen de volwassenen doorheen hun beleving van het plein. De kinderen zijn fotografen en reporters en becommentariëren wat zij vinden van het plein. De kinderen plaatsen speelbordjes om bepaalde plekken af te bakenen. Alle ervaringen worden door de begeleiders samengebracht op een belevingskaart. Deze kaart geeft een overzicht van hoe de kinderen het plein in al zijn facetten ervaren.
Op twee woensdagmiddagen vatten de begeleiders post op het plein en ondervragen de passanten: kinderen, jongeren, ouders met kinderen. Ook van deze resultaten wordt een belevingskaart gemaakt.
De belevingskaarten geven een bijna volledig overzicht van de manier waarop verschillende groepen het plein gebruiken en beleven. De verzamelde gegevens worden door het team in een 10-tal stellingen gegoten. Deze stellingen dienen als uitgangspunt voor de verdere inrichting van het plein. De stellingen worden voorgelegd aan de buurtbewoners en het parochiecomité. Zij vullen de stellingen verder aan en geven nog extra input. Het eindresultaat van deze grondige bevraging is een kaart met kansen en knelpunten en een vlekkenplan, dit is een zoneringskaart die aangeeft op welke manier het plein kan ingedeeld worden. Telkens wordt een mogelijke inrichting aan elke zone gekoppeld.
Ontwerp
In een tweede deel maken de kinderen een ontwerp voor een deel van het plein. De begeleiders gaan aan de slag met 40 kinderen uit beide scholen. De kinderen werken in groepjes van vier à vijf. Vooraf worden er vier zones geselecteerd waaruit de kinderen kiezen. De opdracht luidt als volgt:
Zone 1: Een grasveld om te voetballen en te spelen gecombineerd met een grasveld om te fietsen, lopen en skaten.
Zone 2: een speelterrein gecombineerd met een pleintje voor de ouders.
Zone 3: een avontuurlijke speelzone.
Zone 4: een speelzone voor de allerkleinsten.
Kinderen kunnen met maquettemateriaal de verschillende zones van het plein verder uitwerken. Zij voeren eerst de grondwerken uit, dan de groenaanplantingen en als laatste een invulling van de verschillende speelmogelijkheden. Tijdens de ontwerpsessie stellen de begeleiders en de ontwerpster bijkomende vragen. Aan de muren van het ontwerpatelier prijken verschillende referentiefoto's om de kinderen ontwerpideeën aan te reiken. Op het einde van elk ontwerpatelier worden de verschillende maquettes besproken en gezamenlijk geëvalueerd. Kinderen bespreken onderling en met de ontwerpster de plannen.
Kinderen vertellen vol trots over hun ontwerp en hoe dit ontwerp het plein beter en mooier maakt. De directe communicatie tussen de ontwerpster en de kinderen is een belangrijke meerwaarde van deze fase. Zij krijgt op die wijze een scherp beeld van de verwachtingen en belevingen van de kinderen.
Buitenspeeldag
Alle kinderen krijgen op de buitenspeeldag (31 maart 20010) inzage in het voorontwerp. De ontwerpster van de groendienst maakte vergrotingen van delen van het ontwerp. Per zone konden kinderen, jongeren en volwassenen hun goed- of afkeuring aanduiden met groene of rode ballonnen.
De begeleiders van de jeugddienst en de ontwerpsters noteren zorgvuldig elk commentaar en geven meer uitleg. De kinderen krijgen rode en groene ballonnen en kunnen zo hun goed- of afkeuring laten blijken. Niet alleen kinderen, maar ook volwassenen werden uitgenodigd om hun mening en suggesties te geven. Je vindt hier enkele foto's: afbeelding tentoonstelling 1, 2, 3.
Het inspraaktraject toont aan dat kinderen kiezen voor een avontuurlijke speelzone met speeltoestellen als loopbruggen en klimrekken tussen rotsen, heuveltjes, speelgroen en klimbomen. Ze houden van een speelparcours: van het één naar het ander kunnen springen, klimmen, glijden, lopen … Er moeten zeker ook rustige zit- en hangplekken komen, voor jongeren én ouders. Rondom het plein moet het verharde pad ruimte geven voor fietsen, skeeleren en skaten. De oudere buurtbewoners worden niet vergeten, het volledige groengebied rond de kerk is in het plan opgenomen zodat het gebouw in het midden van een speelplein komt te staan. Er is plaats voor peuters en kleuters en er komt een avonturenpark voor oudere kinderen en plekken waar mensen kunnen barbecuen, picknicken of gewoon samen zijn. Voor de honden is er een wandelweide.
Evaluatie
De interviews met de betrokkenen ambtenaren, projectleiders en het ondersteunend bureau, leiden tot volgende vaststellingen.
De rol van kinderen en jongeren is in de meeste projecten duidelijk omlijnd. Kinderen geven hun mening over een plek, een publieke ruimte en die inbreng is verrijkend voor de ontwerpers. Kinderen schetsen hun leefwereld, hoe ze de ruimte zien en gebruiken, wat ze willen verwezenlijkt zien in een plan. Kinderen en jongeren geven zo de programmavoorwaarden mee vorm. De participatie van kinderen en jongeren zorgen voor belangrijke wijzigingen en aanvullingen in de plannen.
Kinderen en jongeren kunnen enerzijds de grote lijnen en concepten van de plannen mee vorm geven. Samen met hen kunnen zones, sferen en stellingen geformuleerd en uitgewerkt worden. Daarnaast kunnen ze ook de concrete inrichting van bepaalde zones mee vorm geven. Een boom die op het eerste zicht hinderlijk en lelijk lijkt bleek voor de kinderen een belangrijke klimboom te zijn, hij blijft nu bewaard.
Jongeren en kinderen worden vooral geraadpleegd en betrokken bij de inrichting van speelpleinen en groene ruimtes. Er bestaan veel minder voorbeelden waarin kinderen hun zegje doen over bijvoorbeeld een 'masterplan', zelfs niet op wijkniveau.
Kinder-en jongerenparticipatie is maatwerk. Er bestaat geen 'enig zaligmakende methode of techniek'. De samenstelling van de groep, de leeftijd, het thema …zijn doorslaggevend voor de keuze van de juiste aanpak. De beproefde methodieken voor jongeren en kinderen verschillen niet veel met die voor de volwassenen maar zijn speelser, creatiever en minder verbaal. Jongeren en kinderen hebben moeite met het lezen van plannen en al te abstracte voorstellingen. Referentiefoto's, maquettes, luchtfoto's werken beter.
Met kinderen en jongeren kun je best samen dingen doen, op stap gaan, de ruimte beleven. Korte gesprekken en vragen als: Hoe steek je hier de straat over? Langs waar ga je naar huis? leveren veel bruikbare informatie.
Stedelijke jeugddiensten bezitten meestal de nodige ervaring om het participatietraject op te zetten maar voelen koudwatervrees als de resultaten en conclusies van het traject vertaald moeten worden in een ruimtelijk programma dat bruikbaar is voor de ontwerpers. Sommigen verkiezen dan externe begeleiding. Als het stadsbestuur beroep kan doen op subsidies van de provincie of de Vlaamse overheid om openbare ruimte kindvriendelijker te maken en de participatie van jongeren en kinderen te bewaken wordt er sneller toe over gegaan. Soms is het voor de jeugddienst moeilijk om andere diensten te overtuigen van het nut van de inspraak en de participatie van jongeren. Of loopt de coördinatie tussen de betrokken diensten niet goed.
In de stad Leuven loopt deze coördinatie goed omdat er duidelijke afspraken zijn tussen de diensten en omdat de jeugddienst een duidelijk erkende leidende rol heeft in het begeleiden van de projecten over speelruimte. Bovendien droegen de goede relaties tussen de ambtenaren betrokken bij dit project zeker bij tot het slagen ervan. Steden zoals Leuven waar een ambtenaar is aangesteld om de participatie van jongeren en kinderen bij publieke ruimte te begeleiden, hebben een voorsprong in kennis en ervaring. Dat de medewerkers van de jeugddienst in Leuven jong zijn, is ook positief bij trajecten met kinderen en jongeren.
De combinatie met het betrekken van volwassen buurtbewoners verliep goed. Dit had o.a. te maken met de constructieve samenwerking tussen de diensten onderling. De sleutelfiguren die de stad ondervroeg, reageerden zeer positief dat ze betrokken werden. Er werd steeds duidelijk gecommuniceerd dat het op de eerste plaats een participatietraject voor kinderen en jongeren was omdat de primaire focus van het Sint-Lambertusplein “spelen” zou blijven. Meerwaarde van het betrekken van alle buurtbewoners is de gedragenheid achteraf, ook de kennis van de ouders verzamelen, zich leren inleven in noden van andere leeftijdscategorieën, en het zich erkend voelen als buurtbewoner of gebruiker van het terrein.
Een andere positieve conclusie was het bevragen van en spreken met buurtbewoners op informele ontmoetingsplaatsen zoals aan de schoolpoort, bij de lokale bakker, enz… Het creëert een gemoedelijke en losse sfeer en vermindert de drempel om zijn mening te geven.
Informatiebronnen en contactgegevens
Lies Corneillie
jeugdwerkster, interne trekker traject
jeugddienst, directie sociale zaken stad leuven
016/246695
lies.corneillie@leuven.be
Geertrui Vanloo
Coördinator afdeling gebiedsgerichte werking, directie sociale zaken stad Leuven
016/272606
betrokken wijkmanagers: Ann Coolen en Annelies Mertens
016/272616
Wijkmanagement@leuven.be
Chantal De Nies
landschapsarchitecte
Ontwerpcel - Groendienst
Kapucijnenvoer 30
3000 Leuven
016/211849
Chantal.denies@leuven.be
Nele De Cuyper
stafmedewerker jeugdruimte en lokaal jeugdbeleid
Provincie Vlaams Brabant
Provincieplein 1
3010 Leuven
016/267689
Francis Vaningelgem
Kind en samenleving
02/2720751
Gandhiplein - Brugge
In Leuven staat de doelgroep kinderen centraal, hier staat de doelgroep tieners centraal. Dit project is gestart op initiatief van het OCMW vanwege haar sterke aanwezigheid in deze aandachtwijk. De jeugdwerking van het OCMW, 'Teen Machine' is de dragende kracht. De stedelijke groendienst is de ontwerper, de ontwerper was niet betrokken bij de voorbereiding. De jeugddienst doet de verdere opvolging. Kind & Samenleving werd ingeschakeld tot en met het voorontwerp. De samenwerking tussen de diensten verliep vlot na het maken van duidelijke afspraken tussen groendienst, jeugddienst en het OCMW.
Algemene context van het project
Verloop
Het project heeft twee doelstellingen: de ideeën van de buurt inventariseren over het Gandhiplein en de relatie tussen de diverse gebruikers van het plein, jong en oud, bevorderen. 'Teen machine', de tienerwerking van het OCMW Brugge, diende een aanvraag tot subsidie in bij de Koning Boudewijnstichting. De tienerwerking is de spil van het project en slaat de brug tussen leeftijdsgenoten en andere buurtbewoners. De tieners bevragen diverse doelgroepen via enquêtes, interviews en spelactiviteiten. Een videomontage illustreert de inzet van tieners (en de andere buurtbewoners). De verzamelde informatie dient als inspiratie voor de stedelijke groendienst die het ontwerp maakt. Je vindt hier een afbeelding van het voorontwerp.
Wie doet wat?
In de stuurgroep zetelen de medewerkers van de stedelijke jeugddienst en 'Teen Machine'. Zij werken het project uit en volgen op. Een actieve groep van 10 tieners vormt de tienerkerngroep en komt maandelijks samen om het project mee vorm te geven. In de reflectiegroep zetelt de groendienst, de preventiedienst (buurtwerk), Kind en Samenleving, de coördinator lokaal sociaal beleid en de coördinator lokale diensten.
Ingezette informatie- en participatiemiddelen
De hoofdrol is weggelegd voor de tienerkerngroep. Maar om hun taak goed te kunnen uitvoeren is een opleiding als 'reporter' nodig. Alle tieners van 'Teen Machine' krijgen de vraag om mee te werken met dit project. In enkele workshops krijgen de tieners het interviewen onder de knie. Samen met de verschillende diensten en de reflectiegroep bakenen de tieners de doelgroep af. De tieners trekken het plein op en ondervragen kinderen en jongeren. Zij organiseren spelactiviteiten voor de twee klassen van de basisschool De Komme en de Pannebeke. Als laatste bevragen de tieners de buurtbewoners en andere sleutelfiguren. In drie maanden slagen de tieners erin om 73 kinderen en jongeren en 16 volwassenen te interviewen. In het dienstcentrum de Garve en het buurthuis wordt een ideeënbus geplaatst.
De verwerking van de enquêtes gebeurde door de jeugddienst aan de hand van het verwerkingsprogramma SPSS. Alle gegevens werden binnen dit programma digitaal opgeslagen. Vanuit dat programma kon de jeugddienst snel tabellen uitrollen van de gegevens. Verder werd beeldmateriaal opgenomen van de tienerkerngroepen, de spelactiviteiten met de scholen, en de interviews van kinderen, jongeren en volwassenen.Om deze verwerking gestructureerd te laten verlopen werden alle uitspraken van de diverse doelgroepen genoteerd. Nadat deze uitspraken in kaart werden gebracht, werden ze in enkele thema's ondergebracht die te linken zijn aan de gegevens uit de enquêtes.
Informatiebronnen en contactgegevens
Powerpointpresentatie over de herinrichting van het Gandhiplein
Rapport Kind en Samenleving over tienerparticipatie
Jeugddienst.informatie@brugge.be
Stijn messiaen
050/448335
'Prettige Wildernis' in het park Sint-Baafskouter - Gent
Algemene context van het project
Het park Sint-Baafskouter ligt in Sint-Amandsberg, nabij de Dampoort en is 14 hectaren groot, exclusief het aanpalende zwembad, speeltuin en sportterrein. De stad Gent kocht het terrein in maart 2004 met tussenkomst van de Vlaamse Gemeenschap. De groendienst beheert het park in samenwerking met de buurt (buurtcomité www.rozebroeken.be).
Vroeger was het een stortplaats en einde jaren '90 kwamen er hier volkstuintjes. Na een participatief planproces werd het “nieuwe” park in 2006-2007 ingericht. De verwerving van de gronden en het onderzoek naar de mogelijke bodemvervuiling zorgden ervoor dat de stad niet vroeger kon starten met de uitvoering van de inrichtingsplannen.
Eind 2002 werd er een procedure opgestart voor de aanstelling van een ontwerper. De tijdelijke vereniging 'Fris in het Landschap' sleepte de opdracht in de wacht en startte in maart 2003 met de opmaak van een inrichtingsplan.
Het is geen 'park' in de klassieke betekenis van het woord. Het park herbergt voor elk wat wils: een mooi fietspad, golvende en kronkelende grindpaden, en een wirwar aan paadjes doorheen de 'wildernis'. Je komt er verrassend mooie plekjes tegen voor een picknick, grasveldjes voor een spel en verspreid over het park staan houten platforms waarop je kan zitten, liggen, eten of een performance geven. Er zijn zitbankjes, een grote zandbak en hier en daar een speeltuig. Verder vind je er ook grote zandbergen met houten speeltuigen en klim- en klauterboomstammen. Een groot deel van het terrein is 'wildernis' waar je kan verdwalen. Het park is ingericht volgens de principes van Harmonisch Park- en Groenbeheer (Agentschap voor Natuur en Bos) met aandacht voor duurzaamheid, ecologie en inspraak.
Ingezette informatie- en participatiemiddelen
Participatie van de buurt
De buurtbewoners zijn van oudsher sterk verbonden met de Rozebroeken. Toen de buurt in 2001, op de eerste hoorzitting lucht kreeg van de plannen van de stad pleitten zij voor een nauwe samenwerking tussen de buurt, de stadsdiensten, en de ontwerpers. Kinderen werden bevraagd, er was een wandeling op het terrein en via info- en overlegvergaderingen werden de Actiegroep Sint-Baafskouter, de omwonenden en de scholen uit de onmiddellijke omgeving betrokken bij de planvorming. Dit heeft zijn weerslag op het voorontwerp, het ontwerp en de uiteindelijke realisatie van het park. De belangrijkste vragen en principes die de participanten vooropstelden werden door de ontwerpers meegenomen.
'Het parkement' dat plaatsvond in september 2003 werd een papieren en ook wel een echte tocht doorheen het toekomstige stadsdeelpark Sint-Baafskouter- Rozebroeken'. Aan de meer dan 200 deelnemers stelden de ontwerpers het praatplan voor dat in woord en beeld schetste hoe het park er in de toekomst zou uitzien.
De groendienst, het ontwerpbureau en het buurtcomité werkten samen aan de realisatie van de plannen. Het buurtcomité betrok de buurt bij de werken en de uitvoering van het plan. Getuige hiervan de infoavonden op zaterdag 10 maart 2007 (aankondiging, verslagje en foto's). De actiegroep Sint-Baafskouter organiseerde elk jaar midzomerwandelingen en daar betrokken zij de aannemers en ontwerpers bij. De realisatie van het park gebeurde gedeeltelijk door de buurtbewoners onder begeleiding van de stadsautoriteiten, de landbouwfaculteit en de landschapsarchitecten.
Het park werd officieel geopend op 9 juni 2007. (aankondiging, foto's opening, krantenartikel)
Hoe werd de jeugd betrokken bij de planning, realisatie en beheer van deze ruimte?
Tijdens het planproces, de realisatie en ook na de realisatie was er overleg met de jongeren. Kinderen werden intensief betrokken bij het planproces en de uitvoering van de plannen.
Bij de planning
Verschillende inspraaknamiddagen werden georganiseerd voor kinderen en jongeren uit de buurt. Stedelijke diensten (jeugddienst, dienst stedelijke vernieuwing en gebiedsgerichte werking, buurtwerk, dienst stedenbouw, groendienst), het buurtcomité en de lokale school sloegen de handen in elkaar om via methodieken - http://www.steunpuntjeugd.be/groeneruimte - zoals een begeleidde fotowandeltocht, maquettes maken, interviews afnemen, tekeningen maken, de kinderen en jongeren uit de buurt te bevragen over hun wensen voor het toekomstig park. Ook de scholen en jeugdbewegingen uit de buurt kwamen aan bod. Bij de jeugdverenigingen werd vooraf naar hun ideeën en verwachtingen gepolst.
Bij de realisatie
In het bestek voor de aannemer staat een luik over participatie link naar bestek. De aannemer moest samen met een jeugdbeweging een speelconstructie uitdenken. Een scoutsgroep die regelmatig van het park gebruik maakt ging de uitdaging aan en zat een avond rond de tafel met de aannemer en de ontwerper om een ideeënschets uit te werken. Via de school werden de kinderen regelmatig op de hoogte gehouden van de vorderingen en gevraagd mee te werken aan concrete taken.
Het buurtcomité organiseerde enkele keren per jaar een activiteit voor de kinderen van de buurt. Zo was er al een zoektocht, nestkastjes timmeren en een vogelvrijlating. Deze activiteiten kennen veel succes en brengen de buurt samen. De kinderen en hun ouders en grootouders leren op die manier ook het park beter kennen.
Evaluatie
Wat denken de ontwerpers over de intense samenwerking met de buurt? Als landschapsarchitecten prijzen we ons gelukkig dat we voor het ontwerp van het park veel inbreng kregen vanuit de actiegroep en de bewoners. Een goed ontwerp voor het park maak je samen met bewoners. Dit is een ontwerphouding die niet vanzelfsprekend is voor studiebureaus, architecten of landschaps-architecten. Participatie vraagt openheid, en bovenal wederzijdse erkenning van de kennis en ervaring van de bewoners, van de ontwerper en van de stadsdiensten. Het blijft een evenwichtsoefening, maar het resultaat is een natuurrijk park waarmee de bewoners zich verbonden voelen. Het is niet louter het ontwerp van de landschapsarchitect, het is ook niet louter het ontwerp van de buurt. Het komt tot stand via ontwerpend onderzoek. Het eerste plan noemen we daarom een 'praatplan' omdat het dient om het gesprek met de verschillende partners op gang te trekken. Als ontwerpteam stel je kennis ten dienste van een bewonersgroep om samen tot een beter ontwerp te komen.
Contactgegevens
Luc Wellens
landschapsarchitect
Groendienst Gent
09/2659241
luc.wellens@gent.be
Buurtcomité www.rosenbroeken.be
Marc Batsleer
Renaat Daem
09/2288692