Nieuwsbrief 46 - maart 2013

​Vanuit de overtuiging dat zorgzaam omgaan met groen in de stad een wezenlijke sociale en economische bijdrage levert aan de gemeenschap, heeft de stad Oostende samen met het Rother District in het Verenigd Koninkrijk een Interreg IV A project opgestart onder de naam '21st Century Parks'. De stad Oostende richtte zich in het project op de integratie van groene gebieden, gelegen aan de stadsrand, met de aangrenzende buurten via het zgn. 'Groen Lint'. Meer informatie over het project vind je hier, foto's en een interactieve webapplicatie vind je hier. Op 25 april 2013 organiseert Oostende als officiële afsluiting van het Europees project een slotconferentie. In de voormiddag kunnen bezoekers het Groen Lint ontdekken, na de middag worden verschillende case studies en realisaties toegelicht door gastsprekers, tot slot zal het handboek 'Het park van de toekomst, een voorbeeldgids voor de 21ste eeuw' worden gelanceerd. Het volledige programma van de conferentie en de link om in te schrijven vind je hier.

​Tijdens de trefdag Innovatie in de Stad, een vervolg op de ViA-Rondetafel 'duurzame & creatieve steden', gingen zes stadsateliers door: 'collectief wonen', 'stadslandbouw', 'innovatieve economie', 'tijdelijke invulling', 'energie & ruimte' en 'armoede' en sociale innovatie'. Elk stadsatelier gaf het woord aan enkele innovatieve actoren die hun leerervaringen over hun aanpak van een maatschappelijke uitdaging deelden. Je vindt hier alle presentaties.

​Om tegemoet te komen aan de vraag om de overload aan 'Europese' informatie (sites, events, projecten…) te filteren op hun belang voor de centrumsteden en een maximale doorstroming van de geselecteerde informatie naar de steden te garanderen zal het Kenniscentrum haar Europawerking verder digitaliseren via haar nieuwsbrief en website. In deze februari-editie vestigen we de aandacht op zes initiatieven. Meer informatie vind je hier.

​Op zondag 3 en maandag 4 maart zijn meer dan 400 Genkenaren samengekomen in de Cristal Arena om mee te denken over de toekomst van  hun stad. Naar aanleiding van de opmaak van het meerjarenplan 2014-2019 werkte de stad een aanpak uit waarbij burgers de kans kregen te participeren aan dit planningsproces. Via een flyer en sociale media werden vooraf zoveel mogelijk inwoners betrokken. Dankzij een aantal uitgekiende brainstorm-methodes leverde deze sessie ruim 2.300 ideeën op. De vele voorstellen worden verwerkt in de beleidsplannen voor de nieuwe legislatuur. In de zomer wil de stad een ontwerp-beleidsplan klaar hebben zodat de Genkenaren hun advies kunnen geven over het geheel voor de goedkeuring door de gemeenteraad. Sfeerbeelden en meer uitleg over de aanpak vind je hier.

​Vlaams minister van Steden Freya Van den Bossche lanceerde op 1 maart een nieuwe oproep voor originele en innoverende projecten. De focus voor 2013 is een 'kindvriendelijke stad'. Verenigingen uit de 13 centrumsteden en Brussel kunnen tot 30 april een subsidieaanvraag indienen.
De oproep 2013 richt zich op projecten waarbij kinderen en jongeren (van 0 tot 18 jaar) opgenomen zijn als een vanzelfsprekende actor in de stedelijke ruimte. Je vindt hier meer informatie en hier het aanvraagformulier.

​Eind 2012 keurde de gemeenteraad van Turnhout de samenwerkingsovereenkomst goed tussen Thomas More Kempen (voorheen de KHK) en de stad Turnhout over het project LiCaLab - afkorting voor Living and Care Lab – dat de samenwerking tussen verschillende zorgactoren wil promoten. Het gaat om het ontwikkelen van een testomgeving voor innovaties op het vlak van wonen en zorg. Gewone mensen en plaatselijke diensten en organisaties in de zorgsector vormen het testpanel. Zij zijn daarom ook een belangrijk onderdeel van het Living and Care Lab. LiCaLab maakt deel uit van het innovatiepact dat de Stad, Thomas More Kempen en Janssen Pharma in 2010 goedkeurden. Zij nemen een trekkersrol op zich in de realisatie van een innovatiepark 'Life Sciences' in Turnhout. Je vindt hier meer informatie.

​

Het voorbije decennium stond in het teken van de grote stationsvernieuwingsprojecten. Denk aan Antwerpen, Luik, Rotterdam of Lille. Vandaag is het de beurt aan de kleinere steden. Zo werken in Vlaanderen en Nederland onder meer Aarschot, Tienen, Turnhout, Sint-Truiden, Bergen op Zoom of Roosendaal aan een nieuwe visie voor de inbedding van hun stationsomgeving in de stad. Deze tweede golf van stationsvernieuwingsprojecten vereist een andere aanpak en ruimtelijke visie dan die voor de grootstedelijke HST-stations.  Het Spoorcongres belicht de meest uiteenlopende facetten van deze complexe problematiek. Het congres laveert tussen twee belangrijke invalshoeken: ‘project’ en ‘proces’. Met welke ruimtelijke ingrepen kunnen kleine en middelgrote steden hun stationsomgeving opnieuw een plaats geven in de stad (project)? Op welke manier kunnen ze de herontwikkeling sturen en organiseren (proces)?  Het Spoorcongres richt zich tot architecten, stedenbouwkundigen, ruimtelijke planners, OV-maatschappijen en beleidsmensen van Vlaamse en Nederlandse steden en gemeenten. Het Spoorcongres wordt georganiseerd door de stad Turnhout en Interreg Vlaanderen-Nederland. Het congres gaat door op 24 april 2013 in de Warande in Turnhout. Je vindt hier het programma, alle praktische informatie en mogelijkheid tot inschrijven.

​De Stad Antwerpen startte in 2012 een ideeëncompetitie rond de architectuur van parkeergebouwen op. Vier ontwerpbureaus ontwikkelden tijdens vier gemeenschappelijke workshops hun visie over Park & Ride voorzieningen. Deze ideeëncompetitie richt zich op P+R's gelegen in perifere gebieden rond de stad. Er is nood aan kennisopbouw en visievorming over efficiënte en kwaliteitsvolle P+R voorzieningen en over de inzet van parkeergebouwen hierbij. De studies hebben niet als doel om onmiddellijk tot concrete projecten of uitvoeringen van P+R's te komen, maar willen door middel van ontwerpend onderzoek het ambitieniveau voor deze plekken opkrikken. Een poging om de P+R niet langer te zien als een verloren betonnen vlakte aan de rand van de stad, maar als significante publieke ruimte. Een ruimte die een meerwaarde biedt aan het stadslandschap. Je vindt hier het eindrapport van de ideeëncompetitie.

​Vlaanderen telt nu 1.175.875 mensen ouder dan 65 jaar, maar tegen 2020 zullen dat er ruim 200.000 meer zijn. Het Federaal Kenniscentrum voor de Gezondheidszorg (KCE) voorspelt dat tegen 2025 ongeveer 20.000 extra woongelegenheden in woonzorgcentra nodig zullen zijn, of 1.500 bijkomende woongelegenheden per jaar. Er zullen meer, maar ook en vooral andere ouderen zijn met meer en andere behoeften aan wonen en zorg.  De pilootprojecten moeten hierop een antwoord bieden, onder andere door zich in te schrijven in een maatschappelijk weefsel waarbij zorg gemengd wordt met andere (stedelijke) programma's. 'Zorgen voor' moet een logisch onderdeel van het leven worden, en niet afgeschermd van de samenleving. Minister Vandeurzen en Vlaams Bouwmeester Swinnen lanceerden daarom in juli 2012 een projectoproep voor vijf pilootprojecten met nieuwe ruimtelijke concepten voor zorg. Een jury met experten boog zich over 30 ingezonden projectvoorstellen. Het zijn projecten van publieke en private opdrachtgevers, zowel nieuwbouw als renovatie.
Vlaams minister Jo Vandeurzen en Vlaams Bouwmeester Peter Swinnen maakten op 7 maart de vijf geselecteerde projecten bekend. Concreet gaat het om een woonzorgconcept in Sint-Truiden met oog voor de lokale woon- en zorgbehoeften, een woonzorgsite in de kern van Groot-Bijgaarden, een totaalzorgproject in Kortrijk met bijzondere aandacht voor jongdementie, een nieuwe vorm van kleinschalige woonzorg in Geel, ook voor oudere personen met een handicap en psychiatrische patiënten, en een masterplan voor palliatieve zorg in Wuustwezel.  335 bedden krijgen hierdoor een voorafgaandelijke vergunning. Vlaams minister van Welzijn Vandeurzen maakte 200.000 euro vrij voor de begeleiding.
Een projectregisseur en verschillende deskundigen zullen de projecten begeleiden. Samen werken ze een opdrachtomschrijving uit die tegemoet komt aan de toenemende behoefte aan woon- en zorgondersteuning voor ouderen en de beperkte ruimte die hiervoor beschikbaar is. Per proefproject zullen drie ontwerpteams aan de slag gaan om ze ruimtelijk uit te werken. De resultaten zullen in het voorjaar van 2014 bekend gemaakt worden. Je vindt hier de website over de pilootprojecten Zorg en hier meer informatie over de vijf geselecteerde pilootprojecten.

​